woensdag 18 december 2013

Een ramp of toch niet?

Vanaf 1 januari 2014 worden de grenzen van Nederland opengesteld voor de Roemenen en Bulgaren. Tot nu toe heeft Nederland geprobeerd deze mensen af te weren, maar vanaf volgend jaar komt hier een einde aan. De meeste Nederlands vrezen voor de “vloedgolf” van de Roemenen en Bulgaren, maar zullen zij echt voor zoveel problemen zorgen?

Uit een onderzoek van Maurice de hond voor de PVV zijn een aantal schokkende getallen gekomen. Bijna twee derde van de Nederlandse bevolking is tegen het opstellen van de grenzen, ook al is de EU het hier niet mee eens.  Ook verwacht ruim 73% van de mensen dat het aantal gevallen van criminaliteit flink zal stijgen. Zoals PVV-leider Wilders zegt:De grenzen moeten op 1 januari aanstaande gesloten blijven voor Roemeense en Bulgaarse werknemers. Een overgrote meerderheid van de Nederlanders is terecht bang voor hun baan en voor een verdere groei van de criminaliteit. Daar zit Nederland niet op te wachten. Het kabinet moet nu luisteren naar de kiezer, de EU negeren en de grenzen hoe dan ook gesloten houden. Laat de Roemenen en Bulgaren lekker thuisblijven, we hebben genoeg problemen in ons eigen land.”[1]

De Elsevier is het met de PVV en het overgrote deel van de bevolking eens. In de tekst “De Europese valkuil” van Syp Wynia wordt duidelijk gemaakt dat het openstellen van de grenzen zal zorgen voor problemen.

Autoriteiten hebben in vorige jaren gezegd dat buitenlandse arbeider goed zouden zijn voor de economie, dat het er niet veel worden en alleen werk zouden doen waarvoor geen Nederlanders te vinden zijn. Dit is minder waar, zoals het CPB herhaaldelijk heeft vastgesteld: de toestroom van arbeiders uit het buitenland is alleen rendabel voor de Nederlandse economie als de betrokkenen meer verdienen en een hogere arbeidsproductiviteit hebben dan de bestaande bevolking. Dit is bij de Roemenen en Bulgaren vaak niet het geval. In Nederland worden er nu al zeker 800.000 werkeloosheidsuitkeringen en bijstandsuitkeringen verstrekt, vaak aan ongeschoolden. Waarom zouden wij er dan nog meer arbeiders en ongeschoolde mensen bij willen hebben?[2]

Het minimumloon in Bulgarije en Roemenië ligt rond de 1 euro per uur, hier in Nederland is dat ruim 8,53 euro per uur. Door dit verschil zal het minimumloon in Nederland onder druk komen te staan. Het is een feit volgens PVDA-minister Lodewijk Asscher van sociale zaken, verzorgingsstaten en open grenzen gaan niet samen. Het is een machteloze en verloren strijd, waardoor het onderlinge vertrouwen wordt aangetast en het sociale klimaat van Nederland versoberd.[3]

Het AD belicht echter een hele andere kant van het verhaal. In het stuk van Ton Voermans wordt duidelijk dat het openstellen van de grenzen helemaal niet voor zoveel problemen zal zorgen.

De reis vanuit Bacau naar Nederland is zo’n 2200 kilometer en duurt ongeveer 40 uur. De kaartjes verkoper Razvan verkoopt per week hoogstens 15 kaartjes. Dit komt mede doordat ze maar liefst 115 euro zijn, want een Roemeen verdient nog geen 200 euro. Dit is echter niet de enige reden. Er wordt veel gesproken over de discriminatie van “Olanda” en hier zijn veel Roemenen niet van gediend. “Roemen worden gezien als paarden in het buitenland, sla het paard en het gaat lopen” zo zegt Dhiriac Ovidiu. Ook zien veel mensen Roemenen als kunstrovers, maar een handjevol Roemeense kunstrovers staan niet model voor de gehele bevolking.[4]

Volgens Ireny Comaroschi, de Roemeense ambassadeur in Nederland, zal er geen sprake zijn van een massale trek naar Nederland. Volgens haar hoeven wij niet bang te zijn voor een overvloed aan Roemenen en verhoging van het aantal gevallen van criminaliteit. “Ten eerste zullen er alleen hoogopgeleide mensen komen. Ten tweede willen Roemenen graag integreren en dat begint bij taal. Het Roemeens is een Latijnse taal net zoals Italiaans en Spaans, dus zullen Roemenen hier eerder heen gaan. Ook heeft ons land te maken met vergrijzing. In Roemenië is de werkeloosheid laag en zijn er kansen, ook al liggen de lonen lager. Als laatste zijn de grenzen eigenlijk altijd al open geweest, wie wil stelen zal echt niet gewacht hebben tot 1 januari.”[5]

Je ziet dat de meningen verdeeld zijn. De PVV en de Elsevier verwachten veel problemen zoals een hoger aantal werkelozen, meer criminaliteit en een versobering van het sociale klimaat in Nederland. Het AD daarentegen verwacht juist dat het allemaal wel mee zal vallen. De vraag of de Roemenen en Bulgaren echt voor zoveel problemen zullen zorgen, is dus niet geheel te beantwoorden. Dit moeten wij maar met eigen ogen gaan zien in 2014.







[2] Elsevier, nummer 50, 69ste jaargang, blz. 11
[3] Elsevier, nummer 50, 69ste jaargang, blz. 11
[4] AD, zaterdag 14 december 2013, blz. 1,6 en 7
[5] AD, zaterdag 14 december 2013, blz. 1,6 en 7 

dinsdag 15 oktober 2013

Ontwikkelingshulp moet niet gestopt worden!

In Kenia te Afrika woonde een meisje genaamd Faiza. Toen zij geboren werd had zij maar liefst drie broers en twee zussen. In het jaar dat Faiza drie werd had zij nog slechts een broer, een zus en een nieuw geboren broertje. Het meisje en haar familie leefden van dag tot dag onder onmenselijke omstandigheden. Helaas toen het meisje tien werd verloor zij haar beide ouders aan aids. Door middel van ontwikkelingshulp werd haar, als enige van het hele dorp, de kans gegeven om te gaan studeren. Dit was niet alleen een kans op een betere toekomst, maar ook om haar “verloren” familie trots te maken.

Het verhaal hierboven lijkt gedramatiseerd, maar dit is het lot van vele kinderen in Afrika. Gelukkig loopt het voor dit meisje goed af. Met behulp van ontwikkelingshulp kreeg zij dit laatste kleine sprankje licht in haar leven. Er wordt vaak gezegd dat ontwikkelingshulp gestopt moet worden, maar als je aan dezelfde mensen vraagt of zij kinderen met malaria willen helpen zeggen ze ja. Ik vind dat ontwikkelingshulp niet gestopt moet worden.

Landen in nood moeten hulp ontvangen. Veel Nederlanders denken dat de ontwikkelingslanden hun problemen zelf moeten oplossen. Echter, als je kijkt in de geschiedenis, kregen wij na de tweede wereld oorlog ook hulp. Als een land zo ver in de schulden zit door een crisis of oorlog kunnen zij simpelweg niet genoeg belasting innen. Zo wordt het land steeds armer en armer, oftewel een bodemloze put. Wij als welvarender land, van de Nederlanders heeft volgens een CBS rapport uit 2011 nog steeds 99,8% een dak boven zijn hoofd, moeten zo’n land hierin steunen.

Nederland is ook wettelijk verplicht om ontwikkelingshulp te geven en dit helpt bij het behouden van ons imago. Wij hebben als land namelijk vele verdragen getekend zoals de universele verklaring van rechten en plichten van de mens. Stel wij stoppen met het geven van 0,7% BPN aan ontwikkelingssamenwerkingen, dan zal er door de internationale pers veel over geschreven worden. Dit zal het imago van Nederland ontzettend schenden.

Daarnaast zijn er genoeg mensen die niet inzien hoe erg het eraan toe gaat in sommige landen. Vaak worden de situaties aardig onderschat, vooral op het gebied van sterfte en gezondheidszorg. Kijk maar eens naar het sterftecijfer onder kinderen en zuigelingen en de hoeveelheid aids/HIV besmette patiënten. Misschien krijg je daarna een beter beeld van wat er in de wereld omgaat. Als je hierna nog kan zeggen dat het allemaal wel mee valt, ben je geen mens in mijn ogen. 
                In Angola sterven 196 op de 1000 geboren kinderen voordat zij één jaar oud worden. In Mozambique zijn dit er 137. In de Sub-Sahara Afrika sterft 1 op de 6 kinderen voordat het vijf jaar wordt. Volgens de cijfers van het UNAIDS is in Botswana en Zimbabwe meer dan 30% van de bevolking besmet met HIV en overleden er in het jaar 2003 ongeveer 3 miljoen Afrikanen aan aids.

Veel mensen vinden dat ontwikkelingshulp faalt en dat er geld aan de strijkstok blijft hangen. Deze mensen hebben ergens gelijk, ontwikkelingshulp is niet perfect, maar welk mensenwerk is dat wel? Huwelijken zijn dit bijvoorbeeld ook niet. Volgens een rapport van het CBS zijn er in 2011 9,8% van de duizend koppels gescheiden, maar de andere 90,2% van de duizend koppels zijn nog steeds getrouwd. Zo gaat het ook met ontwikkelingshulp, soms gaat het nou eenmaal niet goed. Voorbeelden van dingen die wel geslaagd zijn, zijn het project van Joep van Oostenhout in 2002 en de acties van UNICEF. 
                In 2002 vertrok Joep van Oostenhout naar Malawi. Hier waren op dit moment 1 miljoen HIV patiënten waarvan er 75.000 stierven. Helaas door geld tekort konden er maar 1600 mensen worden behandeld. Door geld van ontwikkelingsorganisaties is hem de kans gegeven het probleem op te lossen. In datzelfde jaar halveerde het aantal sterftegevallen en kwam de aidsepidemie tot stilstand. Ook UNICEF heeft een aantal doorbraken gehad. Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft is met 7% gedaald, het aantal mensen dat ondervoed is met 3%, beschikbaarheid tot veilig drinkwater is gestegen met 8% en de levensverwachting met 2 jaar.

Landen in nood moeten hulp ontvangen en naast deze morele plicht zijn wij dit ook wettelijk verplicht. Het stoppen van ontwikkelingshulp zal hierdoor ons imago schenden. Onmenselijke omstandigheden zorgen voor een niet leefbaar milieu in veel landen, maar ondanks dat de ontwikkelingshulp niet perfect is helpt het deze landen wel. Verplaats je in Faiza of in een van de andere miljoenen kinderen in ontwikkelingslanden en denk nog eens na over het stoppen van de ontwikkelingshulp.


woensdag 2 oktober 2013

Motivatie Brief Rotary

Rotary
Nieuwe Hoven 73
4205 BB GORINCHEM

Gorinchem, 1 oktober 2013

Amber Liqui Lung
Kloevelaan 18
3381 LH GIESSEN-OUDEKERK

Betreft: Youth Exchange 2015

Bijlage: curriculum vitae

Geachte heer, mevrouw,

Laatst las ik in een artikel van de Rotary dat u een "Youth Exchange" organiseert, een soort jeugdzomerkamp voor mensen van mijn leeftijd. Ik las dit en dacht meteen; dit is iets voor mij!

Ik ben onlangs zestien jaar oud geworden en bevind mij nu in de vijfde klas van het gymnasium. Zoals u ziet ben ik nog aan de jonge kant, dit komt doordat ik een vroege leerling ben en nog nooit ben blijven zitten. Aangezien ik een jaar jonger ben dan de meeste toekomstige studenten, wil ik mijn studie een jaar uitstellen. Uw uitwisseling is de ultieme oplossing hiervoor. Met deze uitwisseling kan ik nog een extra jaar ervaring opdoen voordat het studentenleven begint.

Natuurlijk wilt u weten waarom u nou daadwerkelijk mij moet kiezen. Hier heb ik een aantal redenen voor;

Mijn vader is opgegroeid in Indonesië, het thuisland van mijn oma. Veel van mijn familie woont nog steeds in het buitenland, o.a. dus Indonesië en Suriname (het thuisland van mijn opa). Van kleins af aan reis ik al veel. Dit komt deels door mijn buitenlandse familie, maar ook omdat mijn ouders ons graag veel willen laten zien. Ik heb geleerd mij aan te passen aan andere culturen en niet te snel een oordeel klaar te hebben. Ook spreek ik door het vele reizen al vanaf dat ik klein ben veel Engels. In 2010 heb ik dan ook mijn FCE Cambridge certificaat behaald.

Door deze manier van opvoeden ben ik een erg nieuwsgierig mens geworden. Ik ben altijd op zoek naar avontuur, wil zoveel mogelijk van de wereld zien en vooral leren over de verschillende culturen. Ook ben ik bezig om een land te vinden waar ik mijn leven voort wil zetten. Ik ben niet van plan om mijn hele leven in Nederland te blijven. Ik zoek een land met meer mogelijkheden, gezelligheid, warmte en vooral nieuwe soorten mensen. Welk land dit voor mij gaat worden is nog een raadsel. Hopelijk geeft u mij de kans om nog meer landen te ontdekken en zo een verstandige keuze te maken.

Kort samengevat ben ik een jong meisje, multicultureel opgevoed, nieuwsgierig en gemotiveerd om nieuwe dingen te leren. Voor meer informatie sluit ik mijn curriculum vitae bij deze mail in. Ik hoop snel van u te horen en natuurlijk deze kans van de Rotary te krijgen.

Hoogachtend,













Amber Liqui Lung

dinsdag 4 juni 2013

Klachtenbrief (museum)

Amber Liqui Lung
Kloevelaan 18
3381 LH GIESSEN-OUDEKERK

Giessen-Oudekerk, 4 juni 2013

Museum van de Twintigste Eeuw
Postbus 314
2525 BX DEN HAAG

Betreft: teleurstellende inleiding van deskundige

Geachte heer, mevrouw,

Twee weken geleden heb ik voor mijn klas een uitje geregeld naar uw museum. Op dat moment was er een interessante tentoonstelling over vijftig jaar reclame. Iedereen was erg enthousiast, want de tentoonstelling zou niet het enige zijn. In het programma stond namelijk dat wij een inleiding zouden krijgen van een deskundige. Echter, hiervoor moest vijfenzeventig euro betaald worden. Desalniettemin vonden wij dit de moeite waard. Om goed te kunnen begrijpen wat de deskundige zou gaan zeggen, hadden wij de teksten op uw site alvast doorgenomen. Wij gingen dus goed voorbereid en vol verwachting naar uw museum toe.

Helaas werden wij hier teleurgesteld. De deskundige gaf ons precies dezelfde informatie die wij reeds op uw site hadden gelezen. Ook was de deskundige absoluut niet goed voorbereid. Hij wist veel antwoorden op onze vragen niet en sprak onduidelijk. Oftewel, de inleiding was nauwelijks te volgen en had geen toegevoegde  waarde. Daarom was deze de vijfenzeventig euro absoluut niet waard.

Aangezien wij nu ten onrechte vijfenzeventig euro hebben betaald, verwacht ik dat er een regeling wordt getroffen. Een optie zou zijn dat u een deskundige regelt die wel meer informatie zou kunnen geven wat betreft het onderwerp van de tentoonstelling. Op deze manier hebben wij toch nog waarde voor ons geld. Als dit niet mogelijk is, zou u ons het geld terug kunnen geven. Persoonlijk vind ik deze regelingen meer dan correct. Hopelijk komen onze meningen overeen en vinden wij een adequate oplossing.

Hoogachtend,


Amber Liqui Lung 

dinsdag 26 maart 2013

Recensie opdracht B: "Het Gevoel"

Hoofddoel: Opiniëren
Nevendoel: Informeren 

Benadering: Persoonlijke benadering
Structuur: Aspectenstructuur



Het Gevoel
De ultieme eetsensatie in het O zo kleine dorpje.


Rutger Smits heeft een aantal jaren geleden het restaurant “Het Gevoel” gestart in het o zo kleine Hardinxveld-Giessendam. Ondanks dat dit een ontzettend klein onbekend dorpje is, ging Rutger Smits de uitdaging aan. Dit heeft zich geloond, want samen met zijn chef kok Ronald de Jongh heeft hij zijn restaurant tot een succes gemaakt. Het Gevoel hoort dit jaar maar liefst tot de 500 beste restaurants in Nederland. Om u een beeld te geven van het restaurant ga ik een paar aspecten bespreken; de kaarten, Het Gevoel van binnen en mijn eigen ervaring.

De kaarten  


Het Gevoel is open tijdens lunchtijd en dinertijd. Het restaurant heeft dan ook twee verschillende kaarten. Beiden kaarten zijn sterk gevarieerd. Het restaurant biedt ook vegetarische gerechten, hiernaar moet dan geïnformeerd worden bij de bediening of bij reservering vooraf. Ook kunt u aangeven of er iemand aanwezig is met allergieën, hiermee wordt dan rekening gehouden. De dinerkaart verandert ongeveer om de maand, de 
meeste verschillen zitten hem uiteraard ook in de seizoenen.

Buiten de Lunch- en Dinerkaart heeft het restaurant ook nog een uitgebreide wijnkaart. Deze wijnkaart bevat wijnen uit allerlei landen en streken met illustraties en uitgebreide uitleg. Ook zijn er bepaalde mensen in de bediening die verdere informatie kunnen geven over bepaalde wijnen of u goed advies kunnen geven over welke wijn het best bij welk gerecht past. U kunt bij een menu ook voor het wijnarrangement kiezen, hierbij krijgt u verschillende wijnen aangepast aan de verschillende gangen.

Lunchkaart
Hier onder ziet u de lunchkaart van het restaurant. De lunchkaart is een uitgebreide kaart met redelijke prijzen.




Dinerkaart
Hier onder ziet u de dinerkaart. De dinerkaart is nog veel uitgebreider dan de lunchkaart. Van te voren krijgt u van uw ober informatie over wat het menu du chef inhoudt die dag. Ook krijgt u te horen wat de specialiteiten van die dag zijn. Op dat moment kunt u ervoor kiezen om een menu te kiezen, deze zijn altijd naar wens een klein beetje aan te passen, of u gaat ervoor om alle gerechten apart te bestellen. Alles is mogelijk in Het Gevoel, van alleen een voorgerecht tot alleen een dessert. De prijs kwaliteit verhouding is goed. 


Het Gevoel van binnen


Het Gevoel is een relatief klein restaurant. Het heeft een gezellige bar waaraan je kunt zitten voordat je naar je tafel wordt begeleid. Het bevat in totaal negen tafels waarvan; één zeer lange tafel met een bank die onderverdeeld kan worden in kleinere tafels, vijf tafels voor vier personen waarvan er twee zich bevinden op een ophoging, twee tweepersoons tafels met een bank en één hoge tafel voor zes personen. Verder is er ook nog een trap naar beneden waar de wc’s zich bevinden.

Qua design heeft Het gevoel iets knus en gezellig. Dit komt natuurlijk vooral mede door de grootte van het restaurant, maar ook door de aankleding. Aan de muur achter en naast de bar hangen grote rekken met de verschillende wijnen die het restaurant serveert. Ook hangen er door het restaurant heen verschillende schilderijen, velen hiervan zijn geschilderd door één van de sponsors van het restaurant. Deze schilderijen zijn ook vaak te koop. Het meest opvallende is dat één van de muren diep rood geverfd is met daarop in het wit de naam van het restaurant.



De belichting van het restaurant is ook erg goed. Er is namelijk geen gebruik gemaakt van grote lichten, maar van een aantal kleinere spotjes. Door deze zachte belichting hangt er een goede sfeer in het restaurant.




Mijn ervaring


Ik heb zelf een aantal keren gegeten bij Het Gevoel. Mijn zus heeft hier ook een aantal jaren gewerkt. Ik vind dat het restaurant een zeer goede sfeer heeft, dit komt door de aankleding, de belichting en de grootte van het restaurant. De bediening is correct, wel wetend, oplettend, vriendelijk en adequaat. Het eten is gevarieerd, uitstekend bereid en heel erg lekker. Ook de prijs kwaliteit verhouding is correct.

Toen ik voor het laatst in dit restaurant at, waren de gamba’s mijn favoriete gerecht. Helaas is de kaart alweer veranderd, vooral vanwege het seizoen. Als u dit gerecht wilt eten, moet u nog even wachten. Dit haalt natuurlijk niet weg dat de rest van de gerechten ook verrukkelijk zijn.

Ik ben van mening dat het restaurant zijn naam eer aan doet. Het restaurant speelt namelijk letterlijk in op het “gevoel” van de gasten. 


zondag 27 januari 2013

Bio-industrie is slecht voor zowel mens als dier!



Op een stal met 2760 andere geiten staat een lammetje. Dit lammetje wordt elke dag bezocht door een meisje. Het meisje heeft het lammetje geboren zien worden en sindsdien zijn ze onafscheidelijk. Maar toen gebeurde er iets vreselijks, de Q-koorts brak uit op de geiten stal. Aangezien alle geiten zo dicht op elkaar staan, werd het lammetje ziek. Door het bezoeken van het lammetje, werd ook het meisje ziek. Zowel het meisje als het lammetje stierven aan Q-koorts.

Het verhaal hierboven is slechts een voorbeeld van de vreselijke dingen die zich voordoen in de bio-industrie. Er wordt vaak gezegd dat mensen zich niet moeten aanstellen, er zijn genoeg dieren op de wereld toch? Waar mensen zich echter in vergissen, zijn de gevolgen van bio-industrie voor de mens. Er is niet alleen een gebrek aan dierwelzijn, maar de mens en zijn omgeving lijden ook nog eens onder bio-industrie.

Uit een onderzoek van het LNV, ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit, bleek dat er een groot gebrek is aan dierwelzijn binnen de bio-industrie. Denk maar eens aan alle gevallen die zich voordoen van verminking, slecht transport en branden in de mega stallen.

Gemiddeld lopen 29 miljoen kippen (8%) jaarlijks vleugelkneuzingen en breuken op. In het jaar 2010 werden non stop, over duizenden kilometers, ruim 12 miljoen varkens, 60.000 levende runderen, 120.000 levende kalfjes en 220.000 schapen en geiten getransporteerd, vaak zonder voedsel en water. In dit zelfde jaar stierven bij brand in een mega stal zo'n 112.185 dieren waaronder 91.000 kippen, 7430 varkens en 400 koeien.

Ondanks dit vinden sommige mensen bio-industrie een plus punt, want het vlees is een stuk goedkoper. Dit is misschien wel waar, maar een goed en gezond leven is belangrijker dan goedkoop vlees. Bio-industrie is namelijk ook slecht voor de mens en zijn omgeving. Denk maar eens aan de het klimaat, het milieu en de gezondheid van de mens.

Uit een FAO-rapport, food and agriculture organization, bleek dat veeteelt verantwoordelijk is voor 51% van de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen. Koeien produceren namelijk grote hoeveelheden broeikasgassen zoals koolstofdioxide en stikstofoxide. Ook kwam men erachter dat voor de productie van 1 kilogram rundvlees is 15.500 liter water nodig, voor varkensvlees is dat 4.800 liter en voor kippenvlees is dat 3.900 liter. Tenslotte bleek uit een telling van het RIVM, rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu, dat er in 2009 wel 2354 mensen waren met Q-koorts, waaronder 7 sterfgevallen. Zoals we waarschijnlijk allemaal wel weten, is Q-koorts afkomstig uit de geitenhouderij.

De getallen hierboven zijn schokkend. Stel je maar eens voor dat jij samen met honderden andere mensen wordt vervoerd over duizenden kilometers zonder eten en water. Ook het feit dat veeteelt verantwoordelijk is voor meer dan de helft van de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen is ongelofelijk. Je ziet, bio-industrie is slecht voor zowel mens als dier.